Overzichtskaartje van de stations van Enschede.

 

 

 

Station SS of Staatsspoor (1866-1950).
Op 1 juli 1866 kreeg Enschede een station aan de spoorlijn Zutphen – Glanerbeek. Het stationsgebouw was het type Staatsspoor nieuw type 3e klasse.  

 

 

Station Noord of GOLS (1885-1989).


Stations Noord of GOLS in 1980

 

Aan de spoorlijn (Winterswijk –) Haaksbergen – Enschede – Oldenzaal werd op 7 december 1885 station Enschede GOLS geopend. GOLS staat voor Geldersch-Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij. Het station deed dienst voor goederenvervoer tot in de jaren 80 en was van het type GOLS-groot, waarvan er in Gelderland en Overijssel diverse werden gebouwd. Op dit moment zijn hiervan de stations van Haaksbergen, Groenlo, Terborg en Aalten nog aanwezig. Enschede Noord werd in 1989 gesloopt.  

 

Spoorlijn Enschede Ahaus.

In 1878 is er een Nederlandse wet aangenomen die lokale spoorweg verbinding mogelijk maakt.
De textiel fabrieken in Enschede en omgeving hadden veel kolen nodig om de stoomketels te stoken. De kolen kwamen uit het Roergebied in Duitsland. Het vervoer van de kolen ging per spoor. De kolen kwamen naar Enschede via de spoorlijn Gronau-Enschede.
Een spoorlijn via Ahaus zou 7 km korter zijn en daardoor goedkoper. De plannen werden gesmeed door plaatselijk spoorweg comités. In 1888 ging een woordvoerder van het Enschedese spoorweg comité naar het ministerie van openbare werken in Duitsland omdat de zaak nogal werd tegengehouden door de eigenaren van de spoorlijn Dortmund-Gronau-Enschede (DGE) die concurrentie in de nieuwe spoorlijn zagen.
Het eigenlijke doel, het goedkoper maken van de kolentransporten werd verzwegen er werd geopperd dat het goed zou zijn voor de bevolking en de landbouw. In 1880 kreeg het comité de toestemming voor Duits gebied en kort daarna voor Nederlands gebied.
Kort daarna werd de fa. AEE (Ahaus Enschede Eisenbahn) opgericht met deelname van de gemeenten Ahaus, Alstätte, Wessum en Enschede. Als pachter van de baan werd de DGE gevraagd maar die probeerde alleen de zaak te vertragen in eigen voordeel, die contacten werden dan ook verbroken. Vervolgens werd contact gezocht met de Hollandsche Yzeren Spoorweg Maatschappij (HSM) na langdurige onderhandeling werd het contract goedgekeurd door de Nederlandse en Duitse regering.
Op 23 december 1898 werden in hotel Zum Engel in Gronau de papieren getekend voor de oprichting van de AEE ag (Ahaus Enschede Eisenbahn Aktiengesellschaft) Aktien zijn aandelen.
Eind juli 1901 begon na een lange tijd van grond kopen uiteindelijk na onteigening de aanleg in Duitsland. Dit gedeelte werd door de Duitse overheid begin 1903 goedgekeurd in april was ook het Nederlandse gedeelte gekeurd en goed bevonden. Officieel werd de baan op 18 februari 1903 feestelijk geopend maar de echte in bedrijfname voor persoons en goederenvervoer starte 24 april 1903.
In 1903 heeft de Preussische Staatseisenbahn de lijn Dortmund-Gronau-Enschede overgenomen en besloten dat er geen kolenwagens aan het lokale AEE worden doorgegeven na lang overleg mochten alleen de kolen voor Enschede via de AEE verder vervoerd worden. Landsbelang.

Trein Enschede

Station Zuid.


De lijn was als volgt:
Begin (of eind) in Ahaus (aansluiting op de DGE lijn) dan naar Wessum 3,42 km , dan volgt Averesch 6,02 km en op 7,43 km station Astätte en na 9 km de Nederlandse grens. Het eerste station in Nederland is dan Broekheurne op 13,51 km dan het station Esmarke deze heeft bestaan van 1904 t/m 1922 18,52 km, daarna het station Zuid Enschede op km 20,68. Deze met aansluiting op het lokale spoor GOLS (Gelders Overijssels lokaalspoorweg Maatschappij) Enschede-Boekelo- Haaksbergen Eibergen ri. Winterswijk en Ruurlo. Via de GOLS lijn was er ook verbinding met de spoorlijn Enschede Noord, Station Noord ri Lonneker Oldenzaal Bentheim. Er was geen directe verbinding met het staatsspoor (huidige NS).

Bij het uitbreken van de 1e wereldoorlog in 1914 kwam het grensoverschrijdend verkeer stil te liggen.
Na enkele maanden ging de Duitse staatsbaan zelf op het stuk Ahaus-Alstätte rijden, in 1915 was er weer verkeer van uit Nederland tot Alstätte waar men dan moest overstappen.
Toen kwam ook het kolentransport weer mondjes maat op gang maar er was in 1916 niet meer voldoende aanvoer vanuit het Roergebied. Van december 1918 tot maart 1919 lag het transport geheel stil door kolengebrek. Pas in 1924 toen de Franse bezetting werd opgeheven kwam de kolen aanvoer naar Twente weer op gang.

Tijdens de oorlog mochten de Nederlandse maatschappijen nog tot de grens rijden in die tijd na de oorlog werd dat weer wat versoepeld.
E.e.a. werd in 1922 schriftelijk bekrachtigd tussen de HSM, SS en de Deutsche Bahn. De NS nam de HSM en SS over. De NS vroeg de Nederlandse staat om het stuk tot de grens als overheidsspoor aan te merken zodat ze van het contract met de AEE verlost waren, dit gebeurde op 1 april 1928 tegen de zin van Duitse overheid.
Op 1 april 1928 was het een staatsspoorlijn geworden.
De NS voerde op dat moment ook het vervoer op het stuk in Duitsland uit. De AEE wilde de rechten van het stuk verkopen maar kon geen geschikte koper vinden daarom nam de staat het in eigendom en verpachte het aan de NS. De Duitse staat vond later de Bentheimer Eisenbahn (BE) bereid om het gedeelte over te nemen met een vaste afdracht aan de AEE en een gedeelte van winst.
Dit gebeurde op 1 december 1931. Midden dertiger jaren draaide de baan weer met winst.
Met de dreiging van de tweede WO in 1940 liep het personenvervoer sterk terug, na de inval kwam het geheel stil te liggen midden 1940 kwam het weer zeer beperkt op gang.
Aan het eind van de oorlog werden de Getfertbrug en een andere brug over de spoorlijn door vluchtende Duitsers opgeblazen.
Mede door de gesloten grenzen kwam het kolentransport pas weer op 18 oktober 1948 op gang. Ook het kolentransport dat normaal via Gronau ging liep nu via dit spoor. In die tijd ging er 800 ton kolen per dag over de lijn.

Trein Enschede

In 1953 kwam de doodsteek voor de lijn.
Door een Europees verdrag werden de kosten van het vervoer nu door de koper betaald eerst betaalde de verkoper tot aan de grens. Nu was het zaak dat die grens zo dichtmogelijk bij de eindbestemming lag.
Doordat de vervoerskosten in Nederland de helft van die van Duitsland waren was het zaak om ze zo snel mogelijk bij de grens te krijgen. Het Roergebied is sneller bij de grens in de achterhoek. De Ahaus-Enschede was dus eigenlijk overbodig.

De AEE besloot ondanks het geringe aanbod toch verder te gaan met het overige goederen vervoer (20 %) en het sterk verminderde personen vervoer. Midden vijftiger jaren was het vervoer weer gestabiliseerd met 120.000 ton vracht per jaar. Waarvan 90 %kolen. Het zag er goed uit.
Midden zestiger jaren stokte het gebruik van kolen door gebruik van olie en gas ook de textielindustrie in Twente kreeg grote klappen en verdween grotendeels net zoals de mijnbouw in het Roergebied. Reste nog het verliesgevende personenvervoer.

Op 25 september 1966 werd de AEE van hun verplichting tot het vervoeren van personen ontheven. Het personenvervoer gebeurde later door een bus over de weg.
1 November 1967 eindigde officieel het personenvervoer.
Op 29 April 1967 ging de laatste goederentrein over de grens.
Tot eind juni 1970 reed de NS nog tot de grens om daar de gasfabriek Benegas te bedienen.Op 1 juni 1970 is dit stuk tot de grens stilgelegd.
De baan zou nog gebruikt worden door het Museum Buurtspoorweg maar de gemeente wilde van de spoorweg overgangen in dit gedeelte van Enschede af.
In 1971 is de lijn vanaf de grens tot aan het station Zuid opgebroken.
Op het terrein van station Zuid had zich de fa Benegas gevestigd die is later weer verhuisd naar Hengelo zodat het spoor en station in 1974-75 werd gesloopt.
Het gedeelte in Duitsland is nog beperkt gebruikt maar in 2007-08 gesloopt.

Trein Enschede

Linksachter de fabriek van Jannink aan de Haaksbergerstraat.

 

 

>